Ga naar inhoud

CdAB 139 [CXXXIX] Sinterklaas kapoene, ik mot nieuwe schoene, niet van die goedkope, daar ken ik niet op lope


DennisDeMenace

Aanbevolen berichten

''Zouden we dit wel doen?'' Met een trillend overslaand stemmetje liep Avant aarzelend achter zijn vriendin aan. ''Wat nou als we worden beroofd, of erger nog: Wat nou als jij hier op straat wordt belaagd door een ínbreke....'' Hij stopte abrupt met praten toen hij de boze veroordelende blik van zijn vriendin zag. ''Om te beginnen'', begon ze, ''het is drie uur 's middags en de gemene inbrekers zijn alleen 's nachts aan het werk''. Ze had gelijk, dacht Avant opgelucht. Niets om bang voor te zijn. ''Ten tweede, wanneer word je nou eens een échte man? Wat nou áls er een keer daadwerkelijk wat gebeurt? Zal je dan voor me klaarstaan en voor me vechten, of bel je met knikkende knietjes 112? Jij ademt: beta cuck.'' Schoorvoetend moest Avant bekennen dat ze gelijk had en hij het antwoord op haar vraag niet wist, en stiekem hoopte hij dat een mogelijke situatie waarin het antwoord in de praktijk gebracht zou moeten worden zich nooit zou aan doen. Je had immers alfamannen, en je had Avant. Avant had nooit gevochten. Avant vond vuurwerk maar niets. Avant had dus geen jeugd gehad, en hij had niet geleerd zichzelf te verweren in de jungle die de grote boze mensenwereld heet. Gelukkig was het nog maar vijf minuten lopen naar de boekenwinkel waar Avant zo graag het nieuwe boek van een of andere hele intellectuele schrijver (nerd) wilde kopen. De kans dat ze de overtocht veilig zouden afleggen, werd met elk twijfelend stapje gro…. Een tikje op zijn schouder. Avant draaide zich om. Achter hem stond een grote kale man met gouden tanden en tattoages met in zijn linkerhand een schroevendraaier en over zijn rechterschouder een knapzak waar gestolen juwelen en familiefoto’s in zaten: Een inbreker!! Met lage stem zei de inbreker:’’Ik ga me nu aan je vriendin vergrijpen, en er is niks wat je er aan kan doen. Het eerste dat je zou willen doen is namelijk 112 bellen, maar ik heb net je telefoon gestolen.’’ Kut, dacht Avant, wat nu? Als aan de grond genageld stond hij te kijken hoe de inbreker als in slow motion naar zijn vriendin toe liep. Was dit dan het einde? ‘’Niet doen’’, hoorde hij een schel stemmetje achter zich zeggen. ‘’Niet doen, meneer’’, hoorde hij nog een keer. De inbreker draaide zich verbaasd om, Avant volgde zijn beweging. Achter hen stond een klein pedant mannetje, de acne nog vers op de wangetjes en aan zijn schlemiele voorovergebogen houding te zien net uit de groei. ‘’En waarom zou ik dit niet doen?, vroeg de inbreker schamper. Het kleine pedante mannetje zei met een wijzend vingertje:’’ Ik heb heel veel vrienden, chicks zien mij wel zitten, ik zou het liefst het hele jaar vuurwerk afsteken en ik post dagelijks in het Bikkel-topic om te laten zien dat ik laat naar bed ga. Maar daar heb jij zeker geen verstand van, inbreker, want jij hebt geen vrienden en geen jeugd gehad.’’ De tranen sprongen in de ogen van de inbreker:’’Je hebt helemaal gelijk, klein lelijk pedant mannetje. Ik ben niets waard, en het werd tijd dat een alfaman mij hierop aansprak. Ik ga mijn leven beteren, klein lelijk pedant mannetje, te beginnen met al deze gestolen juwelen en familiefoto’s terug te brengen naar de eigenaren’’. Huilend huppelde de inbreker weg. ‘’Ik zei het toch al’’, zei Achariya, bevestiging zoekend bij Avant. ‘’Jij ademt: alfa-man’’, moest Avant schoorvoetend toegeven. Naakt wierp Avant zijn vriendin zich voor Achariya’s voeten: eindelijk een echte man. ‘’Kom mee’’, zei Achariya, ‘’Mijn ouders zijn over drie uur pas thuis’’. En samen vertrokken ze, Avant alleen op straat achterlatend. Eind goed al goed. -Arendjan 21/11/2021, 12:51.
Link naar reactie
Delen op andere sites

Gast
Dit topic is nu gesloten voor nieuwe reacties.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...